Terugblikje Geheugenkoor

13 januari 2017

 

De eerste koormiddag in 2017! Een nieuw jaar ligt voor ons. Een jaar waarin van alles kan gebeuren, waarin we van alles kunnen doen. Keuzes maken dus?

De programmamaker van vandaag heeft geen duidelijke keuze gemaakt. We zingen over de winter en de Midwinternachtzon

In het donker straalt een licht,

Straalt een licht over de mensen

Waakt en straalt daar met haar licht,

Over mensen en hun wensen.

Maar ook over de lente die al lonkt en waarin we weer heerlijk naar buiten kunnen.

In een rijtuigie, in een rijtuigie

In een rijtuigie regen we naar Vinkeveen

Op een dag in maart, zo kalm en bedaard

En maar schommelen en maar kijken naar de kont van ’t paard

In een rijtuigie, in een rijtuigie

In een rijtuigie, helemaal naar Vinkeveen

 

Loek heeft het zelfs al over ijsjes eten. Heel veel ijsjes eten. En niet alleen in de zomer.

Een oom van zijn echtgenote zong op feestjes altijd over Marleentje die zoveel ijsjes at dat ze een klein eskimootje kreeg dat geen melk dronk, maar ijsjes wilde.

In het koor zingt Lenie. Een naamgenootje dus. Loek vraagt Lenie of ze ook zin zou hebben in een ijsje. Lenie schrikt ervan. Nu? Dat is toch veel te koud!

Loek zingt het lied en oogst daarmee zijn eerste (en zeker niet zijn laatste) succes van dit jaar!

 

Verwarring is er ook bij het zingen over de drie schuintamboers uit het Oosten.

Dit lied is een vertaling van een oud-Frans soldatenlied. Waarschijnlijk is het tijdens de Slag bij Fontenoy in 1745 gecomponeerd door een tamboer uit het Franse leger. ‘Schuintamboer’ is een verbastering van ‘jeune tambour’ (jonge tamboer of trommelaar) uit de originele Franse tekst ‘Trois jeunes tambours’.

Het lied zingt over een tamboer dat een aardig meisje zag en met haar wilde verkeren. Zij antwoordde dat hij dat aan haar vader moest vragen. De vader dacht dat de tamboer een arme sloeber was en wees hem af. De tamboer was echter een rijke man:

Mijn vader is Groot Hertog van Brittagne

Mijn moeder is de koningin van Spanje

Van je rom bom wat maal ik erom

De koningin van Spanje rom bom

Dan mag hij wel met de dochter trouwen. Maar de tamboer zingt:

Nee ouweheer, je mag je dochter houwen

Nee ouweheer, je mag je dochter houwen

Van je rom bom wat maal ik erom

Je mag je dochter houwen rom bom

We zingen de coupletten in beurtzang. Het eerste couplet door de vrouwen, het tweede door de mannen en zo verder. Maar dan gaat het mis.

De vrouwen zingen “Zeg meisjelief, wil jij met mij verkeren?” Dat klopt niet. En later zingen de vrouwen de tekst van de koning. Ook niet goed. Een volgende keer verdelen we het koor in twee willekeurige groepen. Dat is beter.

 

Mieke heeft in haar gedicht Blauw van Annie M.G. Schmidt de oplossing voor alle keren dat je verward bent, iets niet goed lijkt of als je twijfelt. Gewoon NIETS doen. Het allemaal blauw-blauw laten.

Zo gaan we het nieuwe jaar in. Blauw-blauw!

 

Groet,

Marja Ruts

 

Marleentje van Lou Bandy

Marleentje was een leuke meid, maar een gebrek had zij
Zag zij een cafetaria, daar kon zij niet voorbij
Van snoeplust sloeg haar hart op hol, 't raakte van de wijs
't Was niet van slaatjes of gebak, maar van vanille-ijs

Marleentje, Marleentje, meisje wees toch wijs, eet niet zoveel ijs
O Leentje, Marleentje, meisje opgepast want je hartje vriest nog vast

Marleentje had verkering, ied're week een nieuwe held
Die gaven voor een ijsprinses hun allerlaatste geld
Een zoentje voor een portie ijs, kreeg iedere favoriet
Dat hielden ze een weekje vol, toen gingen ze failliet

Marleentje, Marleentje, meisje wees toch wijs, eet niet zoveel ijs
O Leentje, Marleentje, meisje opgepast want je hartje vriest nog vast

Al had Marleentje massa’s ijs, toch bleek dat dit niet kan
Er was onlangs een leuke knul, daar is ze mee getrouwd
Komt hij dan avonds van z'n werk dan zegt ze: "Lieve Thijs
De piepers zijn wat aangebrand, nu eten we maar ijs"

Marleentje, Marleentje, meisje wees toch wijs, eet niet zoveel ijs
O Leentje, Marleentje, meisje opgepast want je hartje vriest nog vast

Maar door 't gelik aan al dat ijs kreeg zij een fraai kado
De ooievaar bracht op een nacht een kleine eskimo
Gezeten op z'n moeders schoot zei hij toen eigenwijs
"Ik moet geen melk, da's mij te lauw, geef mij maar 'n portie ijs"

Marleentje, Marleentje, meisje wees toch wijs, eet niet zoveel ijs
O Leentje, Marleentje, meisje opgepast want je hartje vriest nog vast
O Leentje, Marleentje, meisje opgepast want je hartje vriest nog vast

 

Blauw

 

Bent u ook zo’n mens dat twijfelt heel de dag?

Denkt u ook voortdurend: o, wat moet ik doen?

Koop ik diepvrieskip? Of koop ik een konijn?

Koop ik deze jurk in ’t blauw of in het groen?

Zal ik de ramen zemen of niet?

Zal ik een pil innemen of niet?

Zal ik een vloermat kopen of niet?

En van mijn man weglopen of niet?

Bent u in dubio?

DOE NIETS en laat het zo!

 

Uw gordijnen staan in brand en u wilt blussen.

Wat is ’t beste: emmer water? Of een kussen?

Tja, daar staat u, met van alles in uw handen.

Nou het beste is: NIETS DOEN, stil laten branden.

Voor die dertigduizend gulden assurantie

Hebt u ’n heel nieuw huis en nog een maand vakantie.

’t Is de beste raad die ik u kan geven

En ’t geldt voor elke situatie in het leven.

 

Als u twijfelt in uw hart, mevrouw,

Tussen dat en tussen dit,

Als u twijfelt, doe dan niets, mevrouw,

En blijf zitten waar u zit.

Het leven zal het wel voor u beslissen,

De tijd lost het wel op, dat kan niet missen.

Als u twijfelt, doe dan NIETS, mevrouw,

Laat het allemaal blauw-blauw.

 

Ik ben ook zo’n mens dat twijfelt elke dag,

Maar nu weet ik het. Nu heb ik het geleerd.

Ik ben wijs en ik neem geen besluiten meer,

Want gelooft u mij, dat is totaal verkeerd.

Zal ik een liedje zingen of niet?

Zal ik het raam uitspringen of niet?

Zal ik spinazie eten of biet?

Zal ik mijn man vermoorden of niet?

 

Ben ik dubio,

‘k doe niets en laat het zo.

‘k was aan ’t autorijden en ‘k dacht: hee,

Wijk ik uit voor die kerel? Ja of nee?

‘k Heb toen NIETS gedaan. Ik ben NIET uitgeweken

En dat bleek ook achteraf heel goed bekeken:

‘k heb die man direct bezocht in ’t ziekenhuis

En nu komt hij daag’lijks bij me thuis.

Hij en ik, we hebben ’t zo gezellig samen

En daarom geef ik deze raad aan ied’re dame:

 

Als u twijfelt … NIETS mevrouw,

Kies geen zwart en kies geen wit.

Als u weifelt: totaal NIETS mevrouw

En blijf zitten waar u zit.

Als u moet kiezen tussen twee meneren,

Ga dan maar vast met nummer drie souperen.

Als u twijfelt, doe dan NIETS, mevrouw,

Laat het allemaal blauw-blauw.

Blauw!

 

Uit de bundel Die van die van u; Annie M.G. Schmidt